top of page

Vrouw in beeld: Alexine Tinne

In 2013 stonden Alexandrine Tinne, Anna Zernike, Maria van Oosterwijck, Belle van Zuylen, Maria van Bourgondié en Trijn van Leemput gezamenlijk op een velletje postzegels. PostNL bracht dit bijzondere postzegelvel uit ter gelegenheid van de tentoonstelling 1001 Vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis.

Zes sterke vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis, ieder met haar eigen verhaal. Maar wie waren zij?



Het leven van Alexine Tinne (1835-1869) laat zich lezen als een avonturenroman. Alexandrine, zoals ze officieel heette, werd geboren op 17 oktober 1835 in Den Haag. Vader Philip Tinne had een fortuin verworven met de handel in koffie en suiker in West-Indië en moeder Henriette van Capellen (1796-1863) kwam uit een adellijke familie en was hofdame van koningin Sophie.


Fotografie en reizen

Tijdens haar jeugd raakte Alexine in de ban van fotografie. Geen voor de hand liggende hobby, want het medium stond halverwege de negentiende eeuw nog in de kinderschoenen. Alexine had ook een fascinatie voor verre oorden en verslond boeken van ontdekkingsreizigers en als jong meisje vergezelde ze haar vader door Frankrijk, Zwitserland en Italië.

Wanneer haar vader in 1844 overlijdt, laat hij zijn weduwe en dochter een fortuin na waardoor zij de rijkste jongste erfgename van Nederland werd.


Eerste lange rondreis

Moeder en dochter besluiten een langere rondreis door Europa en het Midden-Oosten te maken. Ze verbleven in het chique kuuroord in Frankrijk, bezochten de wereldtentoonstelling in Londen en maakten rondreizen door Zuid-Frankrijk, Spanje en Scandinavië. Tijdens deze rondreis besloten ze in 1855 naar Egypte te gaan, naar Alexandrië. Ze huurden een grote, luxueus ingerichte boot en voeren de Nijl op naar Aswan, terwijl ze onderweg oude Egyptische monumenten bezochten.

Daarna werden de reisbestemmingen van Alexine en haar moeder steeds avontuurlijker.


1855 - 1857

Tussen 1855 en 1857 maakten moeder en dochter een grote reis door het Midden-Oosten. Aangespoord door Alexine maakten zij in deze jaren twee tochten op de Nijl, waarbij zij een bezoek brachten aan de Piramiden van Gizeh en de beroemde tempels van Karnak en Luxor. Behalve Egypte bezochten zij ook plaatsen in het Heilig Land, Syrië en Libanon.

Na deze reis besluit Alexine zich in Caïro te vestigen om van daaruit Noord-Afrika te onderzoeken. Vooral de nog niet in kaart gebrachte gebieden van Afrika, trokken haar aan.


1857

In het begin van 1857 probeerden Alexina en Henriette de Nijl op te zeilen naar Khartoum (Soedan), maar moesten gedwongen eerder terugkeren naar Caïro. Kort daarna vertrokken ze uit Egypte en reisden de rest van het jaar door Europa voordat ze terugkeerden naar Nederland.


1861

In Cairo huurden de Tinnes een huis buiten de stad met een weelderige tuin, om zich voor te bereiden op een nieuwe reis naar Khartoum. Aan het begin van 1861 was het zo ver en vertrok het hele huishouden, inclusief bedienden en huisdieren, 32 kisten met Haags meubilair (waaronder kasten, spiegels, gravures en boeken), proviand voor een jaar, veertig watervaten, kopergeld, vijf honden en een arsenaal aan wapens in drie boten. Alexine en haar moeder werden deze keer ook vergezeld door Adriana van Capellen, ‘tante Addy’, de jongere zuster van Henriette.

Acht dagen later bereikten ze Korosko, een nederzetting aan de rivier de Nijl in het Egyptische Nubië. Hier gingen ze van boord om per kameel de Nubische woestijn over te steken om twee maanden later in Berber, gelegen aan de Nijl in het noorden van Soedan, aan te komen. Soedan was door ziektes als malaria en tropenkoorts een gevaarlijke bestemming.


1862

In 1862 vertrok ze samen met haar moeder met enkele boten uit Caïro om de bovenloop van de Nijl te verkennen tot in Zuid-Soedan. Op 4 april 1862 arriveerde de groep in Khartoum.


1863

Na veel voorbereiding vertrokken Alexine en haar gezelschap vanuit Khartoum en zeilden over de witte Nijl naar het het zuiden naar Meshra-el-Rek, een haven in Zuid-Soedan. Ditmaal waren er nog meer voorraden, meerdere boten en zeventig gewapende militairen vereist. Een van de boten bevatte Alexine’s paard en honden, verder dromedarissen, ezels, pluimvee en schapen, dienstmeisjes, bedienden, een tolk (in totaal meer dan 200 mensen), 30 muilezels, 4 kamelen, rijpaarden, munitie, borden, bedden, spiegels, eetgerei, handelsgoederen en proviand voor 10 maanden.

In een brief naar huis schrijft haar moeder over de expeditie: ‘Alexine verdraagt de reis heel goed. Ze heeft een draagbed met een baldakijn om de zon tegen te houden, en een matras erop, zodat ze heel comfortabel kan rusten en vaak een verfrissend slaapje doet…

Haar tante Addy koos ervoor om in Khartoum te blijven.

De reis was voor geen van de reizigers gemakkelijk; ze waren allemaal gebeten door muggen; het regenseizoen was volop aan de gang en de groep was constant koud en nat. Meshra-el-Rek was een smerige, moerassige, ongezonde plek en veel van de leden van de expeditie hadden koorts (zwartwater). Tot overmaat van ramp had de expeditie veel uitrusting en proviand verloren.

Daarnaast waren er voortdurend vertragingen en de slavenhandelaars, van wie de expeditie afhankelijk was voor voedsel en dragers, vroegen exorbitant hoge prijzen voor hun diensten. Door de moeilijke omstandigheden stierven bijna al hun last- en rijdieren aan ziekten en ondervoeding, werden Alexine en verschillende expeditieleden vreselijk ziek met koorts. Haar moeder Henriette stierf op 20 juli. Vele anderen stierven, waaronder Henriette's dienstmeisje, Flora. Op dat moment besloot Alexandrine de expeditie te beëindigen en terug te keren naar Khartoum.

Ondertussen, omdat de expeditie acht maanden had geduurd, organiseerde Alexine's tante Addy, in Khartoum, een reddingsmissie van 75 personen. De reddingsbrigade kwam twee maanden later aan in Meshra, Soedan. Alexine, die de lichamen van haar moeder en Flora, begraven in de wildernis, niet wilde achterlaten, groef hun lichamen op en nam ze, in tinnen kisten, mee. Niet lang daarna overleed ook tante Addy. Diep ongelukkig en depressief keerde Alexine in 1865 terug naar Caïro.


1865

John Tinné, haar halfbroer uit Liverpool, arriveerde begin1865 in Caïro met de bedoeling Alexine over te halen terug te keren naar Den Haag. Doorzeefd met schuldgevoelens en verdriet over de dood van haar moeder, tante en dienstmeisjes, zwoer Alexine niet naar huis terug te keren. Nadat hij veel zaken van Alexine had geregeld, vertrok John met de lichamen van Henrietta en Flora en een groot deel van de etnografische collectie van Alexine terug naar huis.

Alexine ging in Caïro in een oude harem wonen waar zij er een Oosterse levensstijl op na hield. Ze besluit de Arabische geschiedenis en de koran te bestuderen en leerde zichzelf Arabisch spreken en schrijven. Ze neemt de zeden en gebruiken van de moslims over en kleedde zich Arabisch.

Na anderhalf jaar had ze echter genoeg van Cairo, huurde een stoomjacht en ging varen op de Middellandse Zee. In Napels schaamde ze zich voor haar mede-Europeanen en viel volledig uit de toon met haar Arabische gevolg. Ze liet een jacht bouwen in Engeland, wat totaal ongeschikt bleek voor haar plannen. Ongebruikt stuurde ze het jacht terug, waarna ze met haar scheepsbemanning in Algiers ging wonen.Terwijl ze in Algiers was, leerde ze over de Touaregs, de geheimzinnige bewoners van de Sahara. Ze besloot de eerste Europese vrouw te worden die de Sahara overstak naar Touareg-territorium


1867

Voordat ze aan deze nieuwe expeditie begon, leerde Alexine de Touareg-taal. Gezien de omvang van de expeditie, de karavaan bestond uit meer dan zestig kamelen en drie paarden, kostte het tijd om dit te organiseren. Uiteindelijk vertrok Alexine in november 1867 uit Algiers. De expeditie ondervond echter vanaf het begin problemen en na zes maanden van weinig vooruitgang beëindigde Alexine deze.

1869, laatste reis

Alexine verbleef enkele maanden in Malta voordat ze terugkeerde naar Noord-Afrika en zich in oktober 1868 in Tripoli vestigde. Terwijl ze in Tripoli was, ontmoette ze verschillende Duitse ontdekkingsreizigers wiens beschrijvingen van hun reizen door Afrika haar overtuigden om nog een poging te doen om het Touareg-land te bereiken vanuit Tripoli.

Alexine negeerde de waarschuwingen en organiseerde een zeer grote expeditie. Ze slaagde erin twee Nederlandse matrozen in te huren om bescherming te bieden. Haar karavaan bestond uit 70 kamelen, een grote hoeveelheid bagage, waaronder enkele grote vaten water, en een trein van meer dan 50 mensen. Het gezelschap vertrok uit Tripoli begin1869. Gezien de grootte van de karavaan duurde het meer dan een maand om Marzuq, in het zuiden van Libië, te bereiken waar ze ziek werd. Toen ze beter werd, huurde ze een Touareg-chef in om haar door de woestijn te leiden. Op 1 augustus 1869 brak er een geënsceneerd gevecht uit tussen de Arabische kameeldrijvers van Alexine en de Touaregs. De twee Nederlanders matrozen werden op slag gedood. Toen Alexine probeerde in te grijpen werd ze van achteren getroffen door een zwaard in en werd ze in de borst geschoten. De Toearegs doorzochten haar bagage en leegden de vaten met water op zoek naar geld en juwelen, maar vonden er geen.

Het nieuws van de dood van Alexandrine bereikte Tripoli pas op 20 september. De Turkse gouverneur organiseerde een expeditie die enkele van haar moordenaars opspoorde en berecht. Ze stierf op 33-jarige leeftijd. Een deel van haar bezittingen werd teruggevonden maar Alexine’s lichaam werd nooit gevonden.


Nalatenschap

Hoewel ze op het moment van haar dood pas drieëndertig jaar oud was, had ze een enorme hoeveelheid informatie verzameld over een deel van Afrika dat voor de buitenwereld weinig bekend was.

Zij en haar collega's documenteerden en fotografeerden niet alleen planten en dieren, destijds onbekend in de Europese wereld, ze verzamelden ook exemplaren van hun ontdekkingen en stuurden deze terug naar Europa. Alexine verzamelde veel belangrijke informatie over de manieren en gebruiken van verschillende onbekende stammen in Soedan en tekent onder meer tot dan toe onbekende plantensoorten. Ze verzamelde ook veel inheemse artefacten die de manieren en gebruiken van Centraal-Afrikanen illustreren, waaronder wapens, opgezette vogels, antilopengeweien, hoorns van neushoorns, huishoudelijke artikelen en kledingstukken van verschillende Soedanese stammen.


Meer weten over Alexine?


TV serie

Auteur en avonturier Redmond O’Hanlon besteedt twee afleveringen aan het leven en reist in de voetsporen van Alexine. Kijk via NPOStart.


Film

Het leven van Alexine werd in 2007 verfilmd onder de titel ‘Als een vlieg naar de vlam door Barbara Hanlo.


Boeken

Robert Joost Willink heeft twee boeken geschreven: Reis naar het noodlot en Graf 106.

bottom of page